Door te krappe quota zijn vissers verplicht om maatse en marktwaardige tarbot en griet terug overboord te zetten

EEN OVERVLOED AAN TARBOT EN GRIET

Tarbot en griet

Behalve tong, schol, schar en wijting vangt de Nederlandse kottervloot nog veel meer vissoorten. Voornamelijk platvissoorten die op de bodem rondscharrelen. Dat zijn stuk voor stuk marktwaardige vissen die aangevoerd worden en waar de visser een beloning voor krijgt. Alles wat kleiner is dan de voorgeschreven minimummaat gaat weer terug in zee. Van voedselverspilling is dus totaal geen sprake. In de visafslag controleren inspecteurs of de visser de juiste maat heeft aangevoerd. Tarbot en griet komen daar ook voor in aanmerking. Het is immers platvis die geschikt is voor menselijke consumptie. Voor beide soorten geldt een toegestane hoeveelheid. Omdat er geen nadrukkelijk onderzoek plaatsvindt naar de omvang ervan houdt de EU een veel te krap quotum aan. De natuur laat zich echter niet sturen en vissers constateren dat het de laatste jaren hartstikke goed gaat met tarbot en griet. De populaties van beide soorten gedijen uitstekend en dat zien zij terug in de vangsten. Door te krappe quota zijn vissers verplicht om maatse en marktwaardige tarbot en griet terug te gooien in zee. De quota zijn dus niet afgestemd op wat er daadwerkelijk rondzwemt in zee. Marktwaardige vis teruggooien in zee is je reinste voedselverspilling. Een deel van wat teruggaat in zee overleeft en een ander deel is een prooi voor roofdieren.